Haar. Bruin als een sinasappel en oranje als het bos. Zo futloos. Dun en dik. Vol sterk en krachtig maar kwetsbaar als een egel. Kleding zo los en makkelijk. Zo strak, tekenend. Als de grip van een vriend. Lippen zo rood als ijs. Zo rood als bloed. Zo rood als verlangen. Naar iemand die onbereikbaar is. Niet aan te raken. Niet van jou kan houden. Huid zo wit als sneeuw. Sneeuw zo wit en koud. Koud zo warm. Warm als een koude bries. Of koud als een warme kop thee. Een tas vol herinneringen. Vol liefde vol met vriendschap. Een tas vol plannen, vol met wilde ideeën voor de toekomst. Een tas met rust. Met stilte voor ooit. Voor als het nodig is.
Maybe I’ll quit school. Sell my stuff and give up my rent. Maybe I’ll travel trough countries and cross mountains. Maybe I’ll become a writer without worries.
Ze bestaat niet hoor. Of ik ken haar niet. Want ze bestaat wel. Ergens anders. Ooit kom ik haar wel tegen. Dan zal ik haar leren kennen en kijken, proberen te beschrijven, wat vanbinnen zit.
Manon